Australië
De eerste druivenplanten, meegebracht door kolonisten, werden in dit reusachtige land op het einde van de 18de eeuw aangeplant. De beplanting op grote schaal is begonnen door toedoen van de gazet van Melbourne, die aankondigde hoe men rijk kon worden door het planten van wijnstokken. Honderden kolonisten volgden dag na dag de raadgevingen van de wijnrubriek op, een soort kalender van alle activiteiten in de wijngaard.
Maar de Australiërs dronken zelf bijna geen wijn en export was zeldzaam, waardoor er op een bepaald moment een overproductie aan wijn was. deze werd dan gedistilleerd en als ruilmiddel gebruikt om de Europese dwangarbeiders, die de grond bewerkten, te vergoeden. Het was pas in het midden van de 20e eeuw dat men het echte potentieel van de Australische wijngaard ontdekte.
Vandaag is de wijnbouw geconcentreerd in het zuiden van Australië en beslaat een beetje minder dan 80.000 hectare. Alle grote universele druivensoorten worden hier aangeplant waarvan 75% witte wijnen worden geproduceerd en 25% rode: cabernet sauvignon (dikwijls gemengd met shiraz), merlot, pinot noir, chardonnay, sémillon, riesling …. en tarrango een inheemse druivensoort die zorgt voor een fruitige rode wijn die licht gekoeld geserveerd wordt. Tevens is Australië een belangrijke producent van zoete “late harvest” wijnen.